Weinigen
weten wat het vak Protestantse Godsdienst inhoudt, en er zijn ook veel
misverstanden. Dus hier enkele toelichtingen.
Vooreerst
zijn de lessen Protestantse Godsdienst toegankelijk voor alle leerlingen. In
ons klasje zitten kinderen met een Protestantse of Evangelische achtergrond,
maar ook kinderen die niet tot een bepaalde kerkgemeenschap behoren. Ze geloven
in God, of in Iets (of twijfelen aan het bestaan van een god) en hun ouders
gaan niet naar een kerk. Ook zij zijn welkom.
Tijdens
de lessen maken de kinderen kennis met de aloude en spannende verhalen uit de
Bijbel. Naar aanleiding van de Bijbelverhalen (en andere verhalen) komen
thema’s aan bod als vriendschap, geluk, ruzie, vertrouwen, verdriet, hoop,
samenleven. We praten met de kinderen over wat de verhalen bij hen oproepen. Zo
leren ze zelf kritisch nadenken over levensbeschouwelijke vragen en thema’s en
krijgen christelijke waarden inhoud.
In de
derde graad gaan wij dieper in op de geschiedkundige context van de Bijbelverhalen
en het ontstaan van Bijbel en kerken.
Het mag
duidelijk zijn dat wij geen specifieke kerk aanprijzen of naar voren schuiven.
Op school hebben wij een pedagogische taak; Wij begeleiden de kinderen om hun
eigen weg te vinden, met respect voor de overtuiging van hun ouders.
Overeenkomsten met Katholieke
Godsdienst:
- de
Bijbelse verhalentraditie, met reflectie naar de leefwereld van kinderen.
- leren wat
geloven in God kan betekenen.
Verschillen met Katholieke
Godsdienst:
- geen
eerste en plechtige communie
- geen
heiligen, geen paus of bisschoppen, geen kloosters (en dus geen lessen
daarover)
- geen
rituele gebeden (dus geen “Onze Vader” en “Wees gegroet” van buiten leren)
Overeenkomsten met Zedenleer:
- de
vrijheid om een eigen mening te hebben en te vormen.
- praten
over eigen ideeën en ervaringen, en stilstaan bij gevoelens.
- andere
meningen leren kennen en waarderen.
Verschillen met Zedenleer:
-rekening
houden met het bestaan van een God, en dat wat groter en ruimer is dan ons
denken.
Juf Marleen